• Lichtbeton

Lichtbeton

Lichtbeton kenmerkt zich door haar volumieke massa die kleiner is dan 2000 kg/m3, waar normaal beton rondom de 2350 kg/m3 weegt.

In lichtbeton wordt de lage(re) volumieke massa doorgaans verkregen door het toepassen van lichte toeslagmaterialen. Er zijn 2 type toeslagmaterialen die hiervoor gebruikt kunnen worden, de natuurlijke en de kunstmatig vervaardigde lichte toeslagmaterialen.

In de natuur komen lichte toeslagmaterialen voor, bijvoorbeeld van vulkanische oorsprong. Dit zijn meestal poreuze korrels met een zodanig lage volumieke massa dat het ermee vervaardigde beton in de klasse lichtbeton valt (volumieke massa van het beton lager dan 2000 kg/m3). Voorbeelden zijn bims en lava. De toepassing ervan is beperkt.

Meer toegepast worden de kunstmatig vervaardigde lichte toeslagmaterialen. Vooral toeslagmateriaal uit geëxpandeerde klei of gerecycled glas, wordt veel gebruikt.

Daarnaast zijn er geëxpandeerd natuurlijk gesteente en gesinterde vliegas.

Voor de indeling in sterkteklassen hanteert nen-en 206-1 voor lichtbeton een indeling die afwijkt van die voor normaal en zwaar beton. Dit omdat de relatie tussen de kubusdruksterkte en de cilinderdruksterkte bij lichtbeton afwijkt van de gebruikelijke relatie. De sterkteklasse wordt daarom niet met C xx/xx aangeduid maar met LC xx/xx. De sterkteklassen voor lichtbeton lopen van LC 8/9 tot en met LC 80/88.

Verder kent NEN-EN 206 voor lichtbeton een indeling in klassen afhankelijk van de volumieke massa: